Author Archives: admin



Verduurzamen met hulp van de provincie Utrecht

17 maart 2022

De provincie Utrecht gaat particuliere huiseigenaren, gemeenten en woningcorporaties stimuleren om huur- en koopwoningen die samen een blok rijtjeswoningen vormen, gelijktijdig te verduurzamen. Hiervoor is het Warmtefonds in het leven geroepen. Een mooi en duurzaam initiatief, waar de provincie de Utrechtse woningcorporaties heeft uitgenodigd om aan deel te nemen.

Lees hier het persbericht van de Provincie Utrecht. De provincie heeft ook een digitaal magazine gemaakt. Deze kunt u hier lezen.



Minder sociale huurwoningen opgeleverd in 2018

20 november 2018

In 2018 leveren de corporaties aangesloten bij het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) in de Utrechtse regio totaal 787 zelfstandige sociale huurwoningen op. Dat is minder dan in 2017 en 2016, toen er 856 resp. 1.003 woningen werden gebouwd. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Platform. Belangrijkste oorzaak is het gebrek aan bouwlocaties en als er wel locaties zijn, treedt vaak vertraging op. De corporaties roepen gemeenten daarom opnieuw op haast te maken met de ontwikkeling van nieuwe locaties want de schaarste aan sociale huurwoningen neemt alleen maar toe. Op wat langere termijn krijgen corporaties daarbij nog last van extra heffingen van het Rijk.

Het aantal nieuwbouwwoningen is ook minder dan in eerdere plannen was geraamd. De corporaties waren van plan om in de jaren 2018 t/m 2022 gemiddeld maar liefst 1.500 woningen per jaar te bouwen. Dat aantal woningen is minimaal nodig om de behoefte te kunnen bijbenen. Dat aantal halen de corporaties vooralsnog lang niet, zodat de toch al lange wachttijd voor een sociale huurwoning vooralsnog niet afneemt.

Het gebrek aan locaties is nijpend. Locaties die er nog wel zijn, liggen bijna allemaal binnenstedelijk. De meeste daarvan zijn kleinschalig, ingewikkeld en duur, of er lopen procedures van omwonenden tot aan de Raad van State. Dat werkt vertragend. Het Platform vindt dat als het binnenstedelijk stagneert, ook gekeken moet worden buiten de zogenaamde rode contouren voor nieuwe mogelijke woningbouwlocaties. Daarnaast is een aantal projecten vertraagd vanwege tekort aan materialen en personeel. In een enkel geval is bij transformatie asbest aangetroffen hetgeen de werkzaamheden hindert.

Op langere termijn leiden extra belastingen die het kabinet aan corporaties oplegt, ertoe dat zij minder geld overhouden voor nieuwbouw en verduurzaming van het bezit. Die heffingen gaan stapsgewijs omhoog door de invoering van een nieuwe belasting, de zogenaamde ATAD die eigenlijk bedoeld is om belastingontwijking van grote bedrijven tegen te gaan. De corporaties vallen daar echter ook onder. Bovendien is de belangrijkste belasting, de verhuurderheffing, gekoppeld aan de ontwikkeling van de WOZ waarde en die stijgt alsmaar door de grote schaarste op de Utrechtse woningmarkt. De bouwambitie kan alleen maar worden waargemaakt als die heffingen omlaag gaan in plaats van omhoog.

Onder de Utrechtse regio wordt verstaan de U16 regio, dat wil zeggen de stad Utrecht en 15 omliggende gemeenten. Mitros is in de regio de grootste bouwer van sociale huurwoningen met 192 woningen, gevolgd door Portaal met 108. De meeste sociale huurwoningen zijn opgeleverd in de stad Utrecht met 206 woningen, daarna komen Nieuwegein (108) en Vianen (106 woningen).

Opleveringen zelfstandige huurwoningen RWU corporaties 2018



Corporaties aan Tweede Kamer: ‘Verminder onze lasten zodat we meer kunnen investeren’

18 oktober 2018

De 19 corporaties aangesloten bij het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) kunnen minder bouwen en verduurzamen als de op Prinsjesdag aangekondigde lastenverzwaringen voor corporaties zoals de ATAD maatregel, doorgaan. Dat schrijft RWU in een brandbrief van 27 september jl. aan de Tweede Kamer. De gezamenlijke ambities om de woningbouw in de zo gespannen Utrechtse woningmarktregio de komende jaren te versnellen én in combinatie daarmee de woningvoorraad te verduurzamen, lopen daarmee ernstig gevaar.

De corporaties  willen zich inspannen om de voorraad sociale huurwoningen in de regio te laten groeien. Dit om iets te doen aan de enorme schaarste en de lange wachttijden van woningzoekenden. De komende vijf jaar willen de corporaties in de stad Utrecht en de regio dan ook tenminste 7.500 sociale huurwoningen bijbouwen. Dat vergt voor de corporaties een investering van circa € 1,5 miljard.
Bovendien hebben zij de ambitie om uiterlijk in 2050 te komen tot een CO2 neutrale voorraad. Uit een eerste verkenning is gebleken dat deze inspanning inclusief de daarmee gepaard gaande renovatie de corporaties in de Utrechtse regio zo’n € 4,5 miljard kost. De gezamenlijke ambitie van U16 gemeenten en corporaties is een versnelling te realiseren op juist deze twee speerpunten: nieuwbouw en verduurzaming.

Het kabinet heeft op Prinsjesdag echter een aantal belastingmaatregelen aangekondigd die een serieuze impact hebben op de investeringsruimte van de corporaties. Het gaat om de combinatie van de verhuurderheffing, de vennootschapsbelasting en de voorgenomen ATAD maatregel. Gevolg is dat corporaties meer gaan betalen aan het Rijk, oplopend naar ruim € 77 miljoen in 2021. Dat betekent dat circa vier maandhuren per woning per jaar worden afgedragen aan het Rijk, geld dat door huurders wordt opgebracht.

De RWU pleit ervoor dat de Kamer bij het kabinet aandringt op voldoende compenserende financiële maatregelen of het niet invoeren van de ATAD maatregel voor woningcorporaties zodat de corporaties kunnen doen wat nodig is en zij ook de prestatieafspraken met gemeenten kunnen realiseren.

Lees de hele brief:

Brief RWU aan Tweede Kamer



Trend minder huisuitzettingen door corporaties in Utrechtse regio zet door in 2017

23 maart 2018

In 2017 hebben de 19 corporaties in de Utrechtse regio (U16) die zijn aangesloten bij het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU), in totaal 114 huurwoningen ontruimd. Daarmee wordt de dalende trend van de afgelopen jaren doorgezet. Het is een afname van 23% ten opzichte van 2016, toen nog 149 woningen werden ontruimd. Op het totaal van 105.000 sociale huurwoningen gaat het om minder dan 0,15% van alle woningen. De corporaties zien het als een goede ontwikkeling en als resultaat van een ‘Vroeg-Eropaf!’- aanpak die zij steeds meer hanteren. Dat blijkt uit een onderzoek van het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) onder de deelnemende corporaties.

Huurschuld en wanprestatie
De meeste ontruimingen (65%) vonden plaats vanwege huurschuld of wanprestatie. Het ging om 75 ontruimingen in 2017 tegenover 107 ontruimingen in 2016. Corporaties slagen er door een Vroeg-Er-Op-Af aanpak steeds beter in om huisuitzetting als gevolg van huurschuld te voorkomen. De belangrijkste ingrediënten van die aanpak zijn: vroegsignalering van betalingsachterstanden, zo snel mogelijk contact opnemen met huurders als zij betalingsachterstand hebben en indien nodig het thuis opzoeken van huurders met huurschuld om problemen te bespreken. Dat gebeurt vaak in samenwerking met zorgpartijen en de maatschappelijke dienstverlening.

De ervaring leert dat deze aanpak bij huurachterstand zijn vruchten afwerpt en leidt tot een duidelijke afname van het aantal huisuitzettingen. Ook in gevallen dat er reeds een gerechtelijk vonnis ligt om tot ontruiming over te gaan, wordt gemiddeld in zeven van de tien gevallen nog een regeling getroffen. Daardoor wordt huisuitzetting alsnog voorkomen. Alleen in uiterste gevallen vindt er ontruiming plaats.

Hennep, onrechtmatige bewoning en overlast
In 2017 vond in 15 gevallen huisuitzetting plaats omdat huurders er een hennepplantage op nahielden. Dat is een behoorlijke toename in vergelijking met 2016, toen dat nog in acht gevallen plaatsvond. In negen gevallen werd ontruimd vanwege overlast (was 13 in 2016) en in acht gevallen vanwege onrechtmatige verhuur aan derden (was 13 in 2016). In vier gevallen bleek de huurder met de noorderzon te zijn vertrokken (was nog acht in 2016). In 2017 werden drie huishoudens uitgeplaatst vanwege psychische problemen of onvoldoende zorg. Op die grond waren er geen uitzettingen in 2016. De corporaties maken zich wel zorgen over de groei van het aantal verwarde personen in de wijk doordat intramurale voorzieningen minder worden. Dat vergt extra aandacht.

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het aantal ontruimingen door corporaties in de Utrechtse regio opgenomen over de periode 2015 t/m 2017.

  2017 2016 2015
Huurschuld/wanprestatie 75 107 138
Hennep 15 8 14
Overlast 9 13 10
Illegale onderhuur 8 13 14
Noorderzon 4 8 5
Psychische problematiek 3 0 5
TOTAAL 114 149 186

 

De aanpak bij Viveste in Houten: ‘Vroeg Eropaf!’ werkt
Bij Viveste in Houten gaan consulenten huurincasso Jan Marchal en Sophia Mulder elke maand op huisbezoek. Samen bezoeken ze alle huurders die hun huur nog niet hebben betaald en niets van zich hebben laten horen. Elke maand leggen ze gemiddeld zo’n 10 huisbezoeken af.  ‘Het zijn onaangekondigde bezoeken. Niet overdag, maar ’s avonds. Dan treffen we mensen vaker thuis’, vertelt Jan Marchal.

Zijn collega Sophia Mulder vult aan: ‘Soms is het gewoon slordigheid en hebben mensen simpelweg niet aan de huur gedacht. Dat zijn de makkelijkste bezoeken. Maar we komen ook hele trieste gevallen tegen. Vaak zijn mensen dan blij dat we naar hen toekomen, omdat ze zelf geen contact met ons durven op te nemen. Indien mogelijk treffen we een betalingsregeling. Of we verwijzen door naar schuldhulpverlening. Soms blijkt dat er meer dan alleen financiële problemen spelen. Dan verwijzen we door naar andere hulpverlenende instanties. Treffen we mensen niet thuis, dan doen we een opvallende brief in de bus met het verzoek om contact op te nemen. Ook dat werkt.’ Viveste heeft al jaren een zeer lage huurachterstand van rond 0,5 procent.

Ook andere woningcorporaties in de regio Lekstroom maken gebruik van deze ‘Vroeg-Eropaf!’-aanpak. Samen met gemeenten en Werk en Inkomen Lekstroom. Mede hierdoor zijn huurachterstanden gedaald en is het aantal huisuitzettingen afgenomen.

‘En als ontruiming dreigt, weten we samen met Team Lekstroom van de Tussenvoorziening, Werk en Inkomen Lekstroom en de sociale teams van de gemeenten vaak nog te voorkomen dat mensen op straat komen te staan’, aldus Jan Marchal. ‘Mede door deze aanpak,  hebben we het afgelopen jaar in Houten maar 2 ontruimingen vanwege huurschuld gehad.’



Corporaties bouwen weer meer sociale huurwoningen

3 februari 2017

De corporaties in de Utrechtse regio hebben in 2016 meer zelfstandige woningen opgeleverd dan in 2015. In totaal kwamen er 1.003 nieuwe huizen bij, tegenover 865 in 2015. De productie vertoont daarmee een stijgende lijn. De afgelopen jaren zat de bouwproductie van corporaties in een behoorlijke dip vanwege de onzekerheid over het rijksbeleid en de verhuurdersheffing. Dat noopte de corporaties tot drastische maatregelen zoals het uitstellen van investeringen en het doorvoeren van kostenbesparingen. Er is door alle maatregelen weer meer financiële ruimte om te investeren in nieuwbouw, renovaties en duurzaamheid.

Er kwamen in 2016 vooral meer sociale huurwoningen bij: in totaal 865. Corporaties leverden daarnaast 138 vrije sector huurwoningen op. In 2015 bedroeg de productie 545 sociale huurwoningen, naast 320 vrije sector huurwoningen. Het aandeel vrije sector huurwoningen neemt af omdat op grond van de nieuwe Woningwet corporaties nog maar bij hoge uitzondering vrije sector woningen (huur en koop) mogen bouwen. De verwachting voor 2017 is dat er circa 1.200 sociale huurwoningen bijkomen en dat de nieuwbouw van corporaties dus verder stijgt. Het gebrek aan locaties in de Utrechtse regio kan de komende jaren echter roet in het eten gooien. Corporaties roepen gemeente en provincies dan ook op om zich harder in te spannen om locaties beschikbaar te krijgen voor woningbouw en daarop dan ook voldoende sociale bouw te programmeren. Daarover zijn de corporaties met de gemeenten in de Utrechtse regio in gesprek.

Ook in de stad Utrecht bouwen de corporaties weer meer woningen. In 2016 562 woningen, waarvan 438 sociaal. Dat is bijna 100 woningen meer dan vorig jaar. De Utrechtse corporaties verwachten volgend jaar boven de 700 woningen uit te komen.



RWU publiceert Voorraadrapportage 2016

19 juli 2016

Het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) heeft vandaag de Voorraadrapportage 2016 gepubliceerd. Daarin staan allerlei gegevens opgenomen over het corporatiebezit in de Utrechtse regio van de corporaties die zijn aangesloten bij RWU. De basis voor deze publicatie vormde de geactualiseerde digitale bestanden van de corporaties met als peildatum 1 januari 2016. De publicatie is in opdracht van RWU samengesteld oor bureau Explica.

De publicatie bevat onder andere gegevens over het aantal corporatiewoningen per gemeente, een indeling naar huurprijsklasse, de maximale huur, oppervlakte, aantal kamers, WOZ waarde, energielabels en dergelijke. RWU kent momenteel 23 aangesloten corporaties, waarvan 21 gegevens hebben aangeleverd. Daarnaast heeft de Stichting Studentenhuisvesting Utrecht die niet is aangesloten, ook gegevens aangeleverd.

Voorraadrapportage.2016.RWU



Corporaties in Utrechtse regio rekenen gematigde huurverhoging per 1 juli a.s

22 april 2016

De corporaties in de Utrechtse regio beperken de huurverhoging per 1 juli a.s. vooral voor de lagere en middeninkomens. Over het algemeen is deze lager dan de afgelopen jaren. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) voor de 23 aangesloten corporaties die werkzaam zijn in Utrecht en vijftien omliggende gemeenten.

De huurverhoging voor de lagere inkomens tot € 34.678 in de regio bedraagt gemiddeld zo’n 0,5%, net iets onder de inflatie (0,6%).  Corporaties mogen de huur voor deze groep gemiddeld met 1% verhogen. Door de beperkte huurverhoging houden de corporaties de huren betaalbaar voor de mensen die dat nodig hebben. Deze groep is verreweg het grootst: het betreft zo’n 75% van alle huurders.

Bij drie corporaties (Bo-Ex, Portaal en GroenWest) gaat de huur voor de lagere inkomens helemaal niet omhoog. De overige corporaties hanteren een huurverhoging tot maximaal 1%. De huurverhoging voor de lagere inkomens is minder dan voorheen. In de afgelopen jaren kregen huurders te maken met flinke huurverhogingen als gevolg van de verhuurderheffing die dit kabinet heeft opgelegd, maar corporaties stellen nu betaalbaarheid centraal.

Voor de midden en hogere inkomens hanteren de meeste corporaties een inkomensafhankelijke huurverhoging. Voor de middeninkomens tot € 44.360 (circa 10% van alle huurders) mogen de huren met maximaal 2,6% stijgen. De corporaties in de Utrechtse regio verhogen de huren voor deze groep echter maar beperkt: gemiddeld circa 1,1%. Veel van deze huurders verdienen maar net iets meer dan de laagste inkomens. Portaal en GroenWest verhogen de huur voor deze groep zelfs helemaal niet.

De meeste corporaties vragen wel de maximale huurverhoging van 4,6% voor de hoogste inkomens boven € 44.360. Het gaat om circa 15% van alle huurders. Het kabinet wil immers dat ‘scheefwoners’ die teveel verdienen zoveel mogelijk doorstromen naar een andere woning. Gemiddeld komt de huurstijging voor deze groep lager uit, namelijk zo’n 3,3%. Dat komt onder andere omdat vijf corporaties een huurverhoging van 1% rekenen voor al hun huurders. Meestal is dat gedaan omdat de wetgeving dit jaar veel te laat rond kwam en de Belastingdienst pas laat inkomensgegevens kon leveren. Het gaat om Mitros, LEKSTEDE Wonen, Vecht en Omstreken, Jutphaas Wonen en WUTA.

De gemiddelde huurverhoging kan in de praktijk nog wat lager uitvallen. De huur wordt namelijk minder verhoogd als huurders alsnog een inkomensterugval hebben doorgemaakt. Bovendien ‘toppen’ corporaties de huren vaak af op de verschillende huurgrenzen als de huur daar doorheen dreigt te schieten.

De verschillen in de huurverhoging tussen de corporaties hebben verder te maken met de financiële situatie van de corporaties, bijvoorbeeld de mate waarin zij schulden moeten aflossen. Maar ook zijn huurverhogingen nodig voor plannen die corporaties hebben voor nieuwbouw, renovatie en energiebesparing.

Huurverhoging. 2016

 



Corporaties rekenen gematigde huurverhoging per 1 juli a.s.

De corporaties in de Utrechtse regio beperken de huurverhoging per 1 juli a.s. vooral voor de lagere en middeninkomens. Over het algemeen is deze lager dan de afgelopen jaren. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) voor de 23 aangesloten corporaties die werkzaam zijn in Utrecht en vijftien omliggende gemeenten.

De huurverhoging voor de lagere inkomens tot € 34.678 in de regio bedraagt gemiddeld zo’n 0,5%, net iets onder de inflatie (0,6%).  Corporaties mogen de huur voor deze groep gemiddeld met 1% verhogen. Door de beperkte huurverhoging houden de corporaties de huren betaalbaar voor de mensen die dat nodig hebben. Deze groep is verreweg het grootst: het betreft zo’n 75% van alle huurders.

Bij drie corporaties (Bo-Ex, Portaal en GroenWest) gaat de huur voor de lagere inkomens helemaal niet omhoog. De overige corporaties hanteren een huurverhoging tot maximaal 1%. De huurverhoging voor de lagere inkomens is minder dan voorheen. In de afgelopen jaren kregen huurders te maken met flinke huurverhogingen als gevolg van de verhuurderheffing die dit kabinet heeft opgelegd, maar corporaties stellen nu betaalbaarheid centraal.

Voor de midden en hogere inkomens hanteren de meeste corporaties een inkomensafhankelijke huurverhoging. Voor de middeninkomens tot € 44.360 (circa 10% van alle huurders) mogen de huren met maximaal 2,6% stijgen. De corporaties in de Utrechtse regio verhogen de huren voor deze groep echter maar beperkt: gemiddeld circa 1,1%. Veel van deze huurders verdienen maar net iets meer dan de laagste inkomens. Portaal en GroenWest verhogen de huur voor deze groep zelfs helemaal niet.

De meeste corporaties vragen wel de maximale huurverhoging van 4,6% voor de hoogste inkomens boven € 44.360. Het gaat om circa 15% van alle huurders. Het kabinet wil immers dat ‘scheefwoners’ die teveel verdienen zoveel mogelijk doorstromen naar een andere woning. Gemiddeld komt de huurstijging voor deze groep lager uit, namelijk zo’n 3,3%. Dat komt onder andere omdat vijf corporaties een huurverhoging van 1% rekenen voor al hun huurders. Meestal is dat gedaan omdat de wetgeving dit jaar veel te laat rond kwam en de Belastingdienst pas laat inkomensgegevens kon leveren. Het gaat om Mitros, LEKSTEDE Wonen, Vecht en Omstreken, Jutphaas Wonen en WUTA.

De gemiddelde huurverhoging kan in de praktijk nog wat lager uitvallen. De huur wordt namelijk minder verhoogd als huurders alsnog een inkomensterugval hebben doorgemaakt. Bovendien ‘toppen’ corporaties de huren vaak af op de verschillende huurgrenzen als de huur daar doorheen dreigt te schieten.

De verschillen in de huurverhoging tussen de corporaties hebben verder te maken met de financiële situatie van de corporaties, bijvoorbeeld de mate waarin zij schulden moeten aflossen. Maar ook zijn huurverhogingen nodig voor plannen die corporaties hebben voor nieuwbouw, renovatie en energiebesparing.



Aantal huisuitzettingen in Utrechtse regio neemt af

9 maart 2016

In 2015 hebben corporaties in de Utrechtse regio (U16) in totaal 185 sociale huurwoningen ontruimd. Dit is een afname van ruim 25% ten opzichte van 2014, toen nog 233 woningen werden ontruimd. Op het totaal van 105.000 sociale huurwoningen gaat het om minder dan 0,2% van alle woningen. De corporaties zijn tevreden over de afname en zien het als een goede ontwikkeling.

Huurschuld en wanprestatie

De meeste ontruimingen (75%) vonden plaats vanwege huurschuld of wanprestatie. Het ging om 138 ontruimingen in 2015 tegenover 165 in 2014. Corporaties spannen zich in om huisuitzetting als gevolg van huurschuld te voorkomen. Dat doen ze onder meer door bij een betalingsachterstand zo snel mogelijk contact te zoeken met de huurder om samen tot een oplossing te komen. De ervaring leert dat deze aanpak van corporaties bij huurachterstand tot een duidelijke afname van het aantal huisuitzettingen leidt. Ook in gevallen dat er reeds een gerechtelijk vonnis ligt om tot ontruiming over te gaan, wordt gemiddeld in zeven van de tien gevallen nog een regeling getroffen. Daardoor wordt huisuitzetting alsnog voorkomen. Alleen in uiterste gevallen vindt er een ontruiming plaats.

Hennep, onrechtmatige bewoning en overlast

Naast huurschuld werd in 2015 in 14 gevallen (7% van alle ontruimingen) de woning ontruimd vanwege de aanwezigheid van een hennepplantage en in evenveel gevallen (7%) vanwege onrechtmatige verhuur aan derden. In 2014 waren die aantallen 18 respectievelijk 21. Overlast was in 10 gevallen (5% van de ontruimingen) de reden voor ontruiming (2014: 19). Overlast veroorzaakt door psychische problemen of onvoldoende zorg leidde tot 5 uitzettingen (3%) in 2015 (2014: 3 gevallen). Tot slot bleek een aantal huurders met de noorderzon vertrokken: 5 in 2015 (3%) en 7 in 2014.

De corporaties in de Utrechtse regio zijn tevreden over de afname van het aantal huisuitzettingen en zien het als een goede ontwikkeling.

 



Meer goedkopere huurwoningen voor lage inkomens in Utrechtse regio

2 november 2015

Het Rijk voert per 1 januari aanstaande nieuwe regels in voor de verhuur van sociale huurwoningen. De corporaties in de Utrechtse regio wijzigen daarom hun verhuurbeleid. Huishoudens met een laag inkomen kunnen bij toewijzing in het vervolg geen dure sociale huurwoning meer huren. Om te zorgen dat deze groep voldoende kans houdt op een woning spannen corporaties zich in om hen meer goedkopere woningen aan te bieden. De betaalbaarheid van het wonen verbetert voor deze groep door de nieuwe regels. De wijziging geldt alleen voor nieuwe huurders.

Op 1 januari aanstaande voert het Rijk het ‘passend toewijzen’ in. Deze regel houdt in dat ten minste 95% van de sociale huurwoningen die aan huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens worden verhuurd een huur onder de aftoppingsgrenzen van de huurtoeslag moet hebben. Voor één- en tweepersoonshuishoudens is die grens nu maximaal € 576, voor gezinnen € 618 per maand. Woningzoekenden mogen tot nu toe op alle woningen reageren met een huur tot € 711.

Onder ‘lage inkomens’ wordt dit jaar voor éénpersoonshuishoudens verstaan een inkomen tot maximaal € 21.950, voor twee of meer personen onder 65 jaar een inkomen tot maximaal € 29.800 en boven 65 jaar een inkomen tot maximum € 29.825. Per 1 januari aanstaande worden de huur- en inkomensgrenzen geactualiseerd. Die nieuwe grenzen zijn nog niet bekend.

Corporaties zijn verplicht deze wettelijke toewijzingsregels door te voeren. Zij gaan daardoor strikter toewijzen. Maar niet alle corporaties voeren de nieuwe regels op precies dezelfde manier uit. Portaal blijft duurdere woningen aanbieden aan lagere inkomens. Het verlaagt zo nodig de huur ‘aan de balie’ als de nieuwe huurder een laag inkomen heeft.

De nieuwe regels gaan reeds per 5 november aanstaande in. Dat is nodig, omdat de vanaf die datum geadverteerde woningen in de regel pas na 1 januari worden verhuurd en dus onder de nieuwe regels vallen. Als de woningen nog voor de jaarwisseling worden verhuurd, gelden de bestaande regels.

Vanaf vandaag staat op www.woningnetregioutrecht.nl, de site waarop corporaties hun sociale huurwoningen aanbieden, een nieuwsbericht dat woningzoekenden op de hoogte stelt van de komende wijzigingen.