Het aantal betaalbare huurwoningen onder de hoge aftoppingsgrens van € 635 is in 2017 in de Utrechtse regio met ruim 1.300 woningen toegenomen. Dat blijkt uit de Voorraadrapportage 2018 die bureau Explica in opdracht van het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) heeft uitgebracht. In deze rapportage worden de belangrijkste ontwikkelingen in de woningvoorraad van de 19 aangesloten corporaties beschreven.
De toename komt vooral door het gematigde huurbeleid van de corporaties, waardoor woningen van het duurdere segment boven de hoge aftoppingsgrens in het betaalbare segment zijn terechtgekomen.
De totale voorraad zelfstandige sociale huurwoningen bedraagt per 1 januari 2018 103.960 woningen. Dat is bijna 700 meer dan het vorige jaar. In totaal zijn in 2017 394 woningen verkocht en 146 woningen gesloopt. In het jaar ervoor waren dat er meer: 640 verkocht en 175 gesloopt. Per saldo nam de voorraad toe omdat in 2017 799 zelfstandige huurwoningen zijn gebouwd. Dat was iets minder dan in 2016, toen er 905 woningen werden opgeleverd. Naast de voorraad zelfstandige sociale huurwoningen staan er in de regio nog 11.322 onzelfstandige eenheden, vooral studentenkamers van de SSH Utrecht.
Er is nu ook beter zicht op het aantal woningen dat in het daeb segment is ondergebracht (sociale huur) en niet daeb (vrije sector). In totaal worden 98.348 woningen als daeb woning verhuurd en 5.612 als niet daeb woning. Ofwel, slechts 5,3% van alle huurwoningen van corporaties zitten in het niet daeb segment.
Er zijn ook sprongen gemaakt wat betreft de verduurzaming. Had in 2016 nog ruim 28% een A of B label, in 2017 was dat opgelopen naar 31%. Ook het aantal ‘slechte’ labels daalde iets, van 20% naar iets onder 18%.
De gemiddelde WOZ waarde steeg in 2017 sterk: van gemiddeld € 160.000 naar € 172.000, een toename van zo’n 7,5%. Niet dat corporaties daar iets aan hebben. De verkopen worden teruggebracht, dus de verkoopopbrengsten lopen per saldo toch terug. Tegelijkertiid vormt de WOZ waarde basis voor een aantal belastingen, waaronder de verhuurderheffing. De corporaties in de Utrechtse regio gaan dan ook meer verhuurderheffing betalen dan eerder was voorzien. Dit gaat ten koste van de investeringsruimte voor nieuwbouw en verduurzaming.